Auteur: Laurien M. Disseldorp

Promotiejaar: 2015

Brandwonden komen wereldwijd voor en kinderen vormen een risicogroep. Door verbeterde zorg overleeft een steeds groter deel van de patiënten met brandwonden, en daarom is de kwaliteit van leven na en het functioneren met brandwonden een belangrijk aandachtsgebied geworden in zorg en onderzoek. Brandwonden kunnen grote en langdurige invloed hebben op iemands functioneren, bijv. door littekens, pathofysiologie, psychosociale impact of verminderde fysieke activiteit. Aandacht hiervoor is in het bijzonder relevant voor kinderen, aangezien zij nog een heel leven voor zich hebben. Dit proefschrift heeft als doel het inzicht te vergroten in fysiek functioneren van kinderen en adolescenten na brandwonden. Fysiek functioneren is opgedeeld in en gemeten als functionele onafhankelijkheid en fysieke fitheid. Functionele onafhankelijkheid is gemeten met het WeeFIM® instrument gedurende de eerste zes maanden nadat het kind de brandwonden opliep. De resultaten tonen dat functionele onafhankelijkheid is aangedaan, maar dat het bij de meeste kinderen binnen drie maanden herstelde naar een adequaat niveau voor de leeftijd. Fysieke fitheid was het onderwerp van zowel een literatuurstudie als een klinische studie. De literatuurstudie wees uit dat fysieke fitheid is aangedaan bij mensen met uitgebreide brandwonden, maar dat deze kennis beperkt is en niet generaliseerbaar. Om inzicht te krijgen in de fysieke fitheid van de Nederlandse populatie waarin zulke uitgebreide brandwonden zeldzaam zijn, werd een cross-sectionele studie uitgevoerd bij kinderen en adolescenten. De meerderheid presteerde adequaat in vergelijking met normwaarden. Echter, op zowel functionele onafhankelijkheid als fysieke fitheid scoorden enkele kinderen te laag. Verder onderzoek is nodig om de kennis uit te breiden, zodat deze naar de praktijk vertaald kan worden.

Onderzoek uit deze onderzoekslijn is relevant met het oog op gezond ouder worden, langdurig functioneel herstel, zelfstandig functioneren en fysieke fitheid voor een optimale kwaliteit van leven voor mensen met brandwonden, in het bijzonder de kinderen. We zijn op dit gebied nieuwe kennis aan het vergaren die van belang gaat zijn in de praktijk en het onderzoek beschreven in dit proefschrift heeft de basis hiervoor gelegd. Het sluit aan bij de nieuwe plannen die worden geschreven voor de brandwondencentra, gebaseerd op het multidimensionale model The International Classification of Functioning, met een focus op o.a. vroeg mobiliseren en participatie in de maatschappij en fysieke activiteiten.

print