Auteur: M. Linthorst

Promotiejaar: 2016

 

Hyperthermie is een kankerbehandeling waarbij de temperatuur wordt verhoogd tussen

40°C en 44°C gedurende 1 uur of langer. Gerandomiseerde studies hebben aangetoond

dat hyperthermie in combinatie met radio- of chemotherapie de klinische resultaten

voor verschillende tumortypes aanzienlijk kan verbeteren. De ESHO 5-88 studie in recidief

borstkanker, bijvoorbeeld, heeft aangetoond dat toevoeging van hyperthermie

aan herbestraling de lokale controle van 38% na herbestraling alleen verhoogt tot

78%. In Nederland, Duitsland, Zwitserland, Tsjechië, Italië en Griekenland, wordt de

combinatie van radiotherapie en hyperthermie aangeboden aan patiënten met recidief

borstkanker. In Nederland bestaat de behandeling voor deze patiënten uit 4 weken radiotherapie

met een schema van 8 fracties van 4 Gy, twee keer per week, gecombineerd

met 4 hyperthermiebehandelingen, eenmaal per week (Richtlijn “Behandeling van het

mammacarcinoom 2012”).

Jarenlang is sterk ingezet op continue verbetering van onze systemen voor oppervlakkige

hyperthermie. Een van die verbeteringen resulteerde in een stijging van complete

respons van 31% naar 65% bij grote tumoren (diameter > 3 cm). De gemiddelde weefseltemperatuur

steeg met 1.3°C (ongepubliceerde data). Er bestaat algemene consensus

dat de klinische uitkomst sterk beïnvloed wordt door de kwaliteit van de hyperthermie

behandeling.

Deze thesis beschrijft toepassing van hyperthermie als deel van de behandeling van

recidief borstkanker in Rotterdam en voorspellende factoren voor de uitkomst van de

behandeling. Een mogelijkheid om de huidige oppervlakkige hyperthermie te verbeteren

is, om een 3-dimensional (3D) model van de behandeling te ontwikkelen, waarmee

in 3D de specifieke absorptie ratio (SAR) en/of de temperatuurverdeling berekend kan

worden. Vervolg onderzoek moet aantonen of deze berekende waarden voorspellend

zijn voor de uitkomst van de behandeling.

Hoofdstuk 1 beschrijft de rationale voor toepassing van hyperthermie als onderdeel

van de kankerbehandeling, behandelingsmogelijkheden van patiënten met recidief

borstkanker. Eede klinische resultaten significant verbetert bij oppervlakkige tumoren.

Deel 1 Motivatie en klinische studies

Een overzicht van de ervaringen met oppervlakkige hyperthermie bij de behandeling

van recidief borstkanker in het Erasmus MC wordt gegeven in hoofdstuk 2.

In Rotterdam wordt oppervlakkige behandeling uitgevoerd met Lucite Cone applicatoren

(LCAs) bij een frequentie van 433 MHz. Met zes applicatoren kan een veldgrootte

van maximaal 20 x 30 cm2

met een diepte van maximaal 4 cm effectief worden verwarmd.

Temperaturen worden interstitieel gemeten met glasvezel temperatuursensoren. Bij

enkele patiënten met specifieke klinische problemen is een hyperthermie planningssys­

Chapter 11

180

teem gebruikt ter ondersteuning van het behandelplan. Met het behandelschema van

8 fracties van 4 Gy in 4 weken gecombineerd met 4 of 8 hyperthermiebehandelingen

wordt bij 74% van de patiënten een complete respons bereikt. Dit is ongeveer tweemaal

zo hoog als het complete responspercentage met deze herbestraling zonder hyperthermie.

Voor een hoge kans op complete respons en lokale controle is het belangrijk om het

gehele risicogebied te verwarmen, en een goede verwarmingstechniek te gebruiken.

In hoofdstuk 3 wordt het resultaat van behandeling met herbestraling en hyperthermie,

al dan niet voor of na chirurgie, bij patiënten met bestralingsgeïnduceerd angiosarcoom

van de borstwand gepresenteerd. In de subgroep van patiënten met chirurgie

is de lokale controle na respectievelijk 3 maanden, 1 en 3 jaar, 91%, 46% en 46%. In de

subgroep van patiënten zonder chirurgie is dit 54%, 32% en 22%. Late graad 4 radiotherapie

toxiciteit werd gezien bij twee patiënten, 7 en 11 maanden na de behandeling.

Ruime chirurgische resectie is de huidige voorkeursbehandeling van bestralingsgeïnduceerd

angiosarcomen. De beste lokale controle wordt bereikt door het combineren

van chirurgie samen met gehyperfractioneerde en geaccelereerde radiotherapie. Voor

inoperabele tumoren kan herbestraling en hyperthermie gunstige effecten hebben.

Hoofdstuk 4 beschrijft de toxiciteit van de combinatie van herbestraling en hyperthermie

in 36 borstkankerpatiënten met 37 reconstructies van de borstwand. Wanneer

postoperatieve radiotherapie geïndiceerd is, vermijden veel chirurgen borstwandresecties

vanwege het risico op wondcomplicaties. De incidentie van respectievelijk acute en

late graad ≥3 toxiciteit na herbestraling met hyperthermie was 8% en 5%. Tegelijkertijd

was de kans op complete respons in 15 patiënten met een macroscopische tumor 80%.

De lokale tumor controle voor alle patiënten was 83% na 1 jaar, 74% na 3 jaar en 69%

na 5 jaar. Reconstructies van de borstwand in eerder bestraalde gebieden zijn dus geen

contra-indicatie voor herbestraling gecombineerd met hyperthermie.

In hoofdstuk 5 worden de resultaten bij 248 patiënten met een irresectabel recidief

borstkanker na herbestraling met hyperthermie beschreven. Een complete respons

werd gezien bij 70% van de patiënten. De kans op lokale tumorcontrole na respectievelijk

3 en 5 jaar was 40% en 39%, en de 10-jaars overleving was 10%. De cumulatieve

incidentie van late graad 3 toxiciteit was 1% na 5 jaar.

Hoofdstuk 6 beschrijft de resultaten bij 198 patiënten die na chirurgie voor recidief

borstkanker werden behandeld met herbestraling en hyperthermie. De kans op lokale

tumorcontrole na respectievelijk 3, 5 en 10 jaar was 83%, 78% en 78%. Late graad 3 en 4

toxiciteit werd gezien in 20 patiënten met een cumulatieve incidentie na respectievelijk

1, 3 en 5 jaar van 4.8%, 9.5% en 11.9%. De 10-jaars overleving na de gecombineerde

behandeling was 36%.

181

Nederlandse samenvatting

Deel 2 Op weg naar een prospectieve kwaliteitsindicator

In hoofdstuk 7 wordt de ontwikkeling van een procedure voor het maken van een CT

scan specifiek voor het modelleren van patiënt en behandelopstelling ten behoeve van

hyperthermie treatment planning beschreven. Op de CT scan moeten hiervoor ook

de posities van de LCA’s en de thermometriecatheters zichtbaar zijn. Verder wordt de

procedure van het segmenteren van de CT-beelden beschreven, waarmee de werkelijke

behandelsituatie driedimensionaal in het berekeningsmodel kan worden opgenomen.

Voor automatische segmentatie is 10 tot 20 minuten nodig, en voor manuele segmentatie

2 tot 4 uur. De benodigde tijd voor segmentatie kan nog teruggebracht worden door

verbetering van het programma.

In hoofdstuk 8 wordt beschreven hoe de applicator setup nauwkeurig kan worden

gereconstrueerd met behulp van uit meerdere hoeken gemaakte foto’s, en hoe de

verdeling van de specifieke energie absorptie (SAR) voor de actuele applicator setup

berekend kan worden. De nodige tijd voor het reconstrueren van een combinatie van

6 LCA’s vanuit een serie van 10 foto’s is ongeveer 1,5 uur. De gevonden afwijkingen

waren ±1.02 mm in positie, en ±0.48° in rotatie, met een verwaarloosbare invloed op de

kwaliteit van de treatment planning.

print