Achtergrond
Brandwonden en de zorg voor brandwonden zijn bijzonder vervelende ervaringen voor kinderen. Naarmate verpleegkundigen vaardig(er) zijn in het combineren van de wondzorg met zorg voor het kind, wordt verondersteld dat de zorg aangenamer en minder stressvol en pijnlijk voor het kind zal verlopen (Nilsson e.a., 2011). In het brandwondencentrum van het Martiniziekenhuis wordt daarom sinds twee jaar video interactie begeleiding (VIB) gebruikt als methode om verpleegkundigen te scholen in hoe zij de behoeften van kinderen kunnen peilen en daarop in kunnen spelen tijdens een verbandwissel.
Om vast te stellen of VIB niet alleen leidt tot meer kennis, maar ook werkelijk tot gedragsveranderingen is een meetinstrument nodig. Van Ingen Schenau-Veldman (2012) ontwikkelde een taxonomie om de interactie tussen verpleegkundigen en kinderen tijdens verbandwissels systematisch in kaart te brengen. Echter, of die taxonomie indien zij gebruikt wordt door verschillende observatoren of op verschillende momenten, tot dezelfde (betrouwbare) conclusies leidt, is onbekend.
Doelstellling
Onderzoeken of de taxonomie een betrouwbare methode is om de interactie tussen kinderen en verpleegkundigen tijdens verbandwisselingen in kaart te brengen.
Methoden
Brandwondverpleegkundigen worden gefilmd terwijl zij verband wisselen bij kinderen met acute brandwonden. De filmopnames worden gescoord met de taxonomie ontwikkeld door Van Ingen Schenau-Veldman. Twee observatoren scoren onafhankelijk van elkaar om de inter-beoordelaarsbetrouwbaarheid van de taxonomie te toetsen. Na een paar maanden zullen de observatoren de opnames nogmaals scoren om te bepalen of ze tot dezelfde beoordeling komen. In het brandwondencentrum wordt de mate van pijn en ongemak van het kind gescoord met de COMFORT-B schaal. In deze pilot, willen we die gegevens niet onbenut laten en onderzoeken hoe deze scores samen hangen met de scores op de taxonomie.
Verwacht resultaat
Na deze pilotstudie hebben wij een valide en betrouwbaar instrument om het handelen van verpleegkundigen tijdens een verbandwissel in kaart te brengen. Zo kunnen we methoden die gericht zijn op het bevorderen van deze interactie, zoals video interactie begeleiding, evalueren en daarmee de zorg en uitkomst voor kinderen met brandwonden verbeteren.