Behandeling van brandwonden

Snel naar:

Behandeling van brandwonden

Verzorging bij opname

Bij opname in het brandwondencentrum of ziekenhuis beoordeelt een arts de brandwonden. De arts let hierbij op de omvang, diepte en locatie van de brandwond(en). Op een tekening in het medisch dossier wordt aangegeven waar de brandwonden zich bevinden en de arts rekent uit hoe uitgebreid de verbranding is. Aan de hand hiervan maakt de arts een behandelplan. De verpleegkundige neemt bloed af en stelt je, indien mogelijk, een aantal vragen over je gezondheid. Er worden foto’s gemaakt van de brandwond om het verloop van de genezing te kunnen volgen. Ook worden er wondkweken gemaakt om bacteriegroei te controleren en mogelijk wordt het haar rond de wond weggeschoren om het infectierisico te verminderen. Vervolgens verbindt de verpleegkundige de brandwonden.

Behandeling van brandwonden

De manier waarop brandwonden behandeld worden, hangt af van de diepte van de verbranding, de omvang van de verbranding, de locatie van de wonden en de leeftijd van de patiënt. In veel gevallen worden diepe brandwonden bij de eerste behandeling volledig ingesmeerd met een crème die infectie tegengaat. Daarna wordt de wond afgedekt.

akmaasstad ziekenhuis brandwonden_40

Oppervlakkige of diepe brandwonden

close
open

Oppervlakkige (dermale) brandwonden genezen meestal vanzelf binnen twee weken. Op delen van het lichaam waar de huid dikker is, zoals op de rug of het been, kan een diepe brandwond (diep dermale brandwond) na een maand of langer nog vanzelf genezen. Op andere delen van het lichaam mag de genezing niet te lang duren. Daarom wordt in sommige gevallen gekozen voor een huidtransplantatie, bijvoorbeeld bij brandwonden in het gezicht, de hals en op de handen. Geopereerde gebieden resulteren over het algemeen in mooiere littekens dan de plekken op je lichaam waar de genezing te lang duurt.

tweedegraads brandwond

Zeer diepe brandwonden

close
open

Zeer diepe (subdermale) brandwonden worden vaak behandeld met een huidtransplantatie. Je lichaam kan heftig reageren wanneer stoffen uit de verbrande huid in je bloedbaan komen. Ook geeft de verbrande huid een verhoogd risico op infecties. Vaak worden daarom na opname in het brandwondencentrum of ziekenhuis in een vroeg stadium delen van diep verbrande huid verwijderd. Op deze delen wordt een huidtransplantaat geplaatst. Wanneer er niet genoeg eigen huid beschikbaar is, wordt er donorhuid gebruikt. De donorhuid dekt tijdelijk de wond af en helpt om het huidtransplantaat goed te laten groeien. Uiteindelijk wordt de donorhuid vervangen voor een eigen huidtransplantaat. Na vijf dagen kan de arts vaststellen of de getransplanteerde huid goed is vastgegroeid. Meestal zijn er na een transplantatie van huid en huidweefsel nog kleine restwonden. Deze kunnen genezen met een behandeling met zalf.

Derdegraads brandwonden
MaasstadziekenhuisBrandwondencentrum. brandwondenfoto: Arie Kievit

Laser Doppler Imager

Om de brandwond goed te beoordelen, is er soms aanvullend onderzoek nodig. Dit wordt gedaan met de Laser Doppler Imager (LDI) en wordt gedaan tussen de twee tot vijf dagen na het ongeval. Met de LDI wordt met een dunne laserstraal het wondgebied gescand en hiermee de diepte van de brandwond gemeten. Hier voel je niets van. Aan de hand van de LDI-scan krijgt de arts een beeld van de diepte van de brandwond en het genezingsproces.

Wat kun je verwachten tijdens behandeling:

De dag voor de operatie

close
open

De dag voor de operatie kun je de volgende zaken verwachten:

  • Er wordt bloed afgenomen ter bepaling van de bloedgroep. 
  • Er wordt mogelijk een hartfilmpje (ECG) gemaakt. 
  • De verpleegkundige onthaart de te transplanteren huid.

De dag van de operatie

close
open

De dag van de operatie kun je de volgende zaken verwachten:

  • Je moet nuchter zijn en mag daarom tot zes uur voor de operatie niet meer eten en drinken. 
  • De verpleegkundige wast je, als je dit zelf niet kan.
  • Wanneer nodig worden rustgevende medicijnen toegediend.
  • De verpleegkundige brengt je naar de operatiekamer. Daar wacht een anesthesiemedewerker op je en brengt een infuus aan.
  • Je wordt aangesloten op apparatuur die hartslag, bloeddruk en zuurstofgehalte in het bloed controleert. 
  • Je wordt meestal onder algehele narcose gebracht. Hierbij is het hele lichaam verdooft en ben je buiten bewustzijn. 

De operatie

close
open

Wanneer een brandwond niet vanzelf geneest, is een huidtransplantatie noodzakelijk. Vooral bij een grote en diepe verbranding is het noodzakelijk om de verbrande huid te verwijderen en een huidtransplantaat aan te brengen. Dit gebeurt vaak al binnen een week na de verbranding. De verbrande huid  geeft namelijk stoffen af die in de bloedbaan kunnen komen, waardoor je ziek kunt worden. Bij een kleinere verbranding met oppervlakkige en diep verbrande stukken huid door elkaar, wordt eerst afgewacht tot de dermale brandwonden zelfstandig zijn genezen. In dat geval vindt de huidtransplantatie meestal later plaats.

De operatie

Wat gebeurt er bij een huidtransplantatie?

Bij de start van de operatie wordt eerst het verband verwijderd en de brandwond goed schoongemaakt. De verbrande huidresten worden daarbij weggehaald. Vervolgens neemt de chirurg met een speciaal apparaat een dun laagje huid af van een niet-verbrand deel van het lichaam, dit vormt het huidtransplantaat. Dit transplantaat bestaat uit de opperhuid met een dun gedeelte van de lederhuid. Vervolgens krijgt het transplantaat een behandeling waarbij er kleine gaatjes worden gemaakt en het een netje vormt. Hierdoor kan het transplantaat een groter oppervlak bedekken. De chirurg plaatst het transplantaat zorgvuldig op de wond en bevestigt het met speciale nietjes. Hier overheen wordt een vet gaas aangebracht. Als laatste wordt het huidtransplantaat verbonden met steriele gazen.

Transplantatie gebeurt altijd met eigen huid en niet met donorhuid. In de meeste gevallen wordt hiervoor huid van het bovenbeen afgenomen. Op deze plek zal een flinke schaafwond overblijven, die bedekt wordt met verband. Hier overheen komt een drukverband om eventueel nabloeden tegen te gaan. De wond zal rustig in zeven tot veertien dagen genezen. De verpleegkundige controleert het herstel en zal in verloop van tijd het verband verwijderen.

Direct na de operatie

close
open

Na afloop van de operatie laat de anesthesioloog je wakker worden. Je zal weer naar de eigen kamer worden gebracht. De eerste uren na de operatie word je bewaakt door apparatuur. Om het narcosemiddel zo snel mogelijk uit het lichaam te verwijderen wordt extra zuurstof toegediend. Het infuus blijft aangesloten, hierdoor krijg je extra vocht en eventueel extra bloed. 

Na de operatie kan je je misselijk voelen en pijn hebben. Er zullen medicijnen toegediend worden om dit zoveel mogelijk te onderdrukken. Ook kan er sprake zijn van keelpijn, heesheid, sufheid en braken als gevolg van de narcose. De verpleegkundige controleert regelmatig de bloeddruk, hartslag en zuurstofgehalte in het bloed. Ook worden de wonden gecontroleerd op nabloedingen. Een klein beetje bloedverlies is normaal. Wanneer je goed wakker bent, mag je weer wat drinken en eventueel iets eten. ‘s Avonds is het toegestaan om weer bezoek te ontvangen. 

De dagen na de operatie

close
open

Na de operatie heeft het huidtransplantaat vijf dagen rust nodig. De verpleegkundige controleert dagelijks het verband van het operatiegebied. Wanneer nodig worden de buitenste gazen van het verband verschoond. Op de schaafwond waar de huid is weggenomen, kan het verband, mits schoon, blijven zitten tot de wond genezen is. 

Als het huidtransplantaat over een gewricht is aangebracht, bijvoorbeeld de elleboog, knie of pols, kan het zijn dat er een spalk wordt aangebracht. Deze is noodzakelijk om het transplantaat de rust te geven om in te groeien. Bij een transplantaat op een voet of onderbeen mag er een aantal dagen niet gelopen worden. Als alleen de huidafnameplaats zich op het been bevindt, mag je lopen met gezwachteld been (tenzij de arts hier geen toestemming voor geeft). Vijf tot zeven dagen na de operatie worden het verband en de nietjes verwijderd. De arts zal de wond dan goed onderzoeken en bekijken of het transplantaat geheel is ingegroeid. Hierna vertelt de arts hoe de eventuele verdere behandeling eruit gaat zien.

Speciaal voor ouders

Op de dag van de operatie mag je je kind, al dan niet samen met de verpleegkundige, wassen. Als je met de anesthesioloog hebt afgesproken dat je kind rustgevende medicijnen krijgt, worden deze toegediend. Als je kind aan de beurt is voor de operatie, mag je je kind samen met de verpleegkundige en de pedagogische zorgverlener naar de operatiekamer brengen. Daar zal de anesthesiemedewerker het kind onder narcose brengen met een kapje of met een prik. In principe mag één van de ouders daarbij aanwezig zijn. Als je kind onder narcose is, brengt de pedagogisch zorgverlener je naar de familiekamer. 

Als de narcose beëindigd wordt, ligt je kind nog een tijdje op de uitslaapkamer. Dit wordt ook wel de verkoeverkamer genoemd. Na de eerste controle mag je in overleg met de verpleegkundige naar je kind toe. Ben je nog niet aanwezig in het ziekenhuis, dan belt de arts je om je te informeren over het verloop van de operatie. Als je kind goed wakker en niet misselijk is, mag het voorzichtig wat eten en drinken.

Speciaal voor ouders

Deze website gebruikt cookies

Met deze cookies kunnen wij en derde partijen informatie over jou en jouw internetgedrag verzamelen, zowel binnen als buiten onze website. Op basis daarvan passen wij en derde partijen de website, onze communicatie en advertenties aan op jouw interesses en profiel. Meer informatie lees je in ons cookie statement.

Kies je voor accepteren, dan plaatsen we alle cookies. Kies je voor afwijzen, dan plaatsen we alleen functionele en analytische cookies. Je kunt je voorkeuren later nog aanpassen.

Accepteren Weigeren Meer opties

Deze website gebruikt cookies

Met deze cookies kunnen wij en derde partijen informatie over jou en jouw internetgedrag verzamelen, zowel binnen als buiten onze website. Op basis daarvan passen wij en derde partijen de website, onze communicatie en advertenties aan op jouw interesses en profiel. Meer informatie lees je in ons cookie statement.

Functionele cookies
Arrow down

Functionele cookies zijn essentieel voor het correct functioneren van onze website. Ze stellen ons in staat om basisfuncties zoals paginanavigatie en toegang tot beveiligde gebieden mogelijk te maken. Deze cookies verzamelen geen persoonlijke informatie en kunnen niet worden uitgeschakeld.

Analytische cookies
Arrow down

Analytische cookies helpen ons inzicht te krijgen in hoe bezoekers onze website gebruiken. We verzamelen geanonimiseerde gegevens over pagina-interacties en navigatie, waardoor we onze site voortdurend kunnen verbeteren.

Marketing cookies
Arrow down

Marketing cookies worden gebruikt om bezoekers te volgen wanneer ze verschillende websites bezoeken. Het doel is om relevante advertenties te vertonen aan de individuele gebruiker. Door deze cookies toe te staan, help je ons relevante inhoud en aanbiedingen aan je te vertonen.

Accepteren Opslaan