Behandeling van necrotiserende fasciitis
Bij de behandeling van een necrotiserende fasciitis is snelheid van levensbelang. De patiënt moet direct worden opgenomen in het ziekenhuis. Hoe eerder de behandeling start, hoe beter de vooruitzichten. Na het stellen van de diagnose wordt via een infuus antibiotica toegediend in hoge dosering. Om de infectie te stoppen moet het aangetaste weefsel worden verwijderd tijdens een operatie. Meestal zijn er meerdere operaties nodig.
Doordat de patiënt vaak ernstig ziek wordt, kan het zijn dat de verschillende organen ondersteuning nodig hebben. Bijvoorbeeld middels tijdelijke beademing of dialyse op de Intensive Care afdeling. Wanneer het dode weefsel is verwijderd, blijft een diepe wond over die lijkt op een uitgebreide derdegraads verbranding. Om deze reden worden dergelijke patiënten vaak overgeplaatst naar een brandwondencentrum. In brandwondencentra zijn professionals en faciliteiten aanwezig om de allerbeste zorg te leveren aan iemand met grote wonden als gevolg van deze infectie. Deze wonden worden gesloten met een operatie, zoals een huidtransplantatie.
Het komt vaak voor dat na behandeling in een brandwondencentrum de patiënt tijdelijk naar een revalidatiecentrum gaat. Hier leert hij/zij om te gaan met de gevolgen van de infectie.
Wie loopt risico op necrotiserende fasciitis?
In principe kan iedereen een necrotiserende fasciitis krijgen. Het is vaak een kwestie van pech. Infecties veroorzaakt door de streptococcus pyogenes (vleesetende bacterie) ontstaan net zo vaak bij jonge gezonde mensen, als bij oudere ziekere mensen. Wel zijn er een aantal risicofactoren die de kans vergroten. Bijvoorbeeld diabetes, overgewicht, een verstoord immuunsysteem, leverstoornissen of drugsgebruik.
Necrotiserende fasciitis is gelukkig erg zeldzaam. Jaarlijks krijgen in Nederland ongeveer 400 mensen hiermee te maken. Nadat iemand necrotiserende fasciitis heeft doorgemaakt, is de kans gelijk aan ieder ander om de aandoening opnieuw te krijgen.