Ongeveer twee jaar geleden startten de drie Nederlandse Brandwondencentra een innovatief project: doelmatige brandwondenzorg op maat. Het doel? Waardegedreven zorg ontwikkelen door kennis vanuit de praktijk, wetenschappelijk onderzoek, innovatie, onderwijs en evaluatie beter met elkaar te verbinden. Het bijzondere aan dit grote project is dat de patiënt centraal staat. Inmiddels zijn we halverwege. Wat hebben we bereikt en wat gaan we nog doen?
Overkoepelend wordt er gewerkt aan een structuur die tot een waardegedreven brandwondenzorg leidt. Carine van Schie, projectmanager, legt uit dat er de afgelopen twee jaar stappen zijn gezet om die structuur te realiseren. “Zo is er een nieuwe kernset van uitkomsten ontwikkeld en geïmplementeerd. Om deze uitkomsten in de spreekkamer met de patiënt te bespreken, is een patiëntendashboard ontwikkeld. Daarbij wordt, om de behandeluitkomsten tussen de centra te analyseren, interpreteren en in te zetten voor de ontwikkeling van zorginnovaties, een waardegedreven structuur opgezet. Het concept raamwerk zal de aankomende twee jaar worden getest en geïmplementeerd in de praktijk.”
Naast de overkoepelende structuur, lopen er drie deelprojecten waarbij een van de drie brandwondencentra de kartrekker is. In deelproject I, de timing van de operatie in de acute fase, ligt het initiatief bij het brandwondencentrum van het Maasstad Ziekenhuis. Van Schie: “We willen hiermee inzicht krijgen in uitkomsten die relevant zijn voor de patiënt, maar ook in de kosteffectiviteit van vroeg opereren versus conservatief (laat of niet) opereren bij diep dermale brandwonden. Momenteel worden patiënten toegelaten tot deze studie, maar wordt er ook retrospectief onderzoek gedaan naar deze twee behandelgroepen. Daarbij wordt er een keuzehulp ontwikkeld die we uiteindelijk ook willen implementeren.”
Kunsthuid
Deelproject II, waar het brandwondencentrum van het Rode Kruis Ziekenhuis de kartrekker is, gaat over dermale substituten. Ook wel bekend als het vormen van ‘kunsthuid’. Van Schie: “Inmiddels is er een behandelalgoritme ontwikkeld en in gebruik genomen. Daarbij is er een internationale enquête uitgevoerd over het gebruik van dermale substituten. Op dit moment worden patiënten geïncludeerd voor de evaluatie van uitkomsten na gebruik van kunsthuid. Ook bij dit deelproject wordt er hard gewerkt aan de ontwikkeling van een keuzehulp in samenwerking met zorgverleners en patiënten.”
In deelproject III, over de optimalisering van zelfmanagement in de nazorg, zijn er stappen gemaakt. In het brandwondencentrum van het Martini ziekenhuis is de afgelopen tijd gewerkt aan de optimale nazorg voor iedere individuele patiënt met brandwonden. Zo is er literatuuronderzoek gedaan en zijn er interviews afgenomen met patiënten, naasten en zorgverleners over zelfmanagement en de behoefte hieraan. In samenwerking met ervaringsdeskundigen en zorgverleners is er inmiddels een nazorgprogramma ontwikkeld dat zal worden getest en natuurlijk uiteindelijk in de praktijk zal worden gebracht.
Overkoepelend wordt er in de drie centra ook onderzoek gedaan naar de kosteneffectiviteit. “Binnen dit project zijn twee modellen gekozen voor kosteneffectiviteit vanuit het perspectief van waardegedreven zorg. Deze worden momenteel nader uitgewerkt voor de brandwondenzorg in het algemeen en voor de drie deelprojecten. Validatie van de modellen is de volgende stap in dit project.”
Wat is het TZO-project ook alweer?
De drie Nederlandse brandwondencentra (Groningen, Beverwijk en Rotterdam) zijn samen verantwoordelijk voor de opvang en behandeling van de patiënten met ernstige brandwonden. ZonMW heeft dit consortium Samenwerkende Brandwonden Centra Nederland de erkenning ‘topspecialistische zorg’ gegeven en hiervoor een subsidie beschikbaar gesteld. Binnen dit consortium werkenartsen, verpleegkundigen, paramedici, patiënten, opleiders en onderzoekers, multidisciplinair samen om zorgverbetering te bereiken. Hiervoor werken wordt samengewerkt met patiëntvertegenwoordigers van de brandwondencentra, zodat de geleverde zorg optimaal bijdraagt aan de kwaliteit van leven en re-integratie van de patiënt in het dagelijkse leven en de maatschappij.