Afgerond in 2015

Projectduur: 4 jaar

Projectleider: F. Niessen – VUmc

Beknopte samenvatting van de resultaten

Littekenhypertrofie kan zowel voor forse functionele als cosmetische klachten zorgen bij brandwondpatienten. Om achter de oorzaak van de overmatige littekenvorming te komen werd onderzoek gedaan bij littekens na open hart operaties. Dit model werd gekozen, omdat het goed te standaardiseren is en er veel littekenhypertrofie optreedt in het gebied voor het borstbeen. In dit onderzoek 45%.

In een groep van 89 patienten die aan hun hart werden geopereerd in het Antonius Ziekenhuis te Nieuwegein werd hun littekengenezing prospectief geanaliseerd tot een jaar na de ingreep. Stukjes van de huid werden afgenomen aan het begin en het einde van de operatie en wondvocht en bloed werd verzameld. De weefsels werden in het laboratorium verwerkt. Voor de studies werden weefsels van 8 normale en 6 hypertrofische littekenvormers gebruikt.

In het bloed vonden we significant minder CCL-2 in de normale litteken vormers, terwijl er alleen een significant grotere expressie stijging was van het gen CEBPA dat betrokken is bij de vorming van IL-10.

Pro-inflammatoire IL-6, IL-8 en CCL-2 eiwitten werden in significant verhoogde hoeveelheid gevonden in de huid van normale littekenvormers aan het einde van de ingreep. Ook in het drainvocht werd een verhoogde concentratie van IL-8 gevonden bij normale littekenvormers. Daar staat tegenover dat er significant meer M2 macrofagen in de huid van hypertrofische littekenvormers gevonden werd aan het einde van de ingreep.

Geen verschillen waren er in de opbouw en crosslinking van het collageen in de huid van beide groepen.

Concluderend kunnen we stellen dat er een signifiacant verschil is in de immuunrespons rondom de ingreep van normale en hypertrofische littekenvormers.

print