A
- Atrofisch litteken: Een atrofisch litteken ligt vaak wat dieper in de huid en ontstaat wanneer de normale genezing wordt verstoord. Hierdoor wordt er te weinig nieuw huidmateriaal aangemaakt.
B
- Bindweefsel: Bindweefsel is rekbaar weefsel dat overal in het lichaam voorkomt. Het geeft steun en houdt alle onderdelen van je lichaam bij elkaar.
C
- Contractuur: Als je last hebt van trekkende huid bij een litteken dat over een gewricht loopt dan heet dit een contractuur. Een contractuur ontstaat doordat littekenweefsel de neiging heeft samen te trekken, waardoor er een ‘tekort’ aan huid ontstaat. Daardoor kan een abnormale (dwang) stand van het gewricht ontstaan en kan je moeite krijgen om bepaalde bewegingen te maken. Contracturen komen vaak voor na ernstige brandwonden of NWDI.
- Corticosteroïden injectie: Bij deze behandeling wordt het hormoon corticosteroïd in je litteken gespoten via een injectie. Dit middel kan verdikte littekens vlakker maken.
H
- Huidtransplantatie: Bij een huidtransplantatie wordt een stuk beschadigde huid vervangen door een ander stuk huid. Dit vervangende stuk huid wordt meestal ergens anders op je lichaam weggehaald. Heel soms wordt hiervoor huid van iemand anders (een donor) gebruikt. Donorhuid wordt alleen gebruikt als verbandmiddel en niet ter vervanging van de eigen huid op langer termijn.
- Hypertrofisch litteken: Een hypertrofisch litteken ontstaat in de eerste maanden na genezing van de brandwond of infectie. Er is bij een hypertrofisch litteken meer littekenweefsel ontstaan dan dat er nodig was om je huid weer als een bescherming van je lichaam te maken. Dat extra littekenweefsel kan geen kwaad. Een hypertrofisch litteken kan ook jeuk geven of pijn doen.
K
- Keloïd: Een keloïd is vaak een gladde, glanzende en verdikte plek die groter is dan de oorspronkelijke wond. Het litteken is vaak rood tot donker gekleurd en wordt later wat lichter en huidkleurig.
L
- Lederhuid: De tweede huidlaag, onder de opperhuid, heet de lederhuid. In deze wat dikkere laag zitten haren, zweet- en talgklieren, bloedvaten en zenuwen waarmee je kunt voelen.
N
- Necrotische fasciitis (NF) / Necrotiserende Weke Delen Infectie (NWDI): Necrotiserende fasciitis is een infectie door bacteriën in de vetlaag onder de huid. De infectie verspreidt zich binnen uren tot dagen en zorgt voor vernietiging van huid-, spier -en vetweefsel en maakt je ernstig ziek. Deze levensbedreigende onderhuidse infectie, wordt ook wel ‘de vleesetende bacterie’ genoemd. NF is de bekendste vorm van een necrotiserende weke delen infectie (NWDI).
O
- Opperhuid: Je huid is opgebouwd in drie huidlagen en de buitenste laag heet de opperhuid. De opperhuid vernieuwt zich ongeveer elke vier weken.
P
- Pigmentatie: De kleur van je huid wordt bepaald door de hoeveelheid pigment die erin zit. Pigmentatie betekent verkleuring van de huid. Littekens van brandwonden of NWDI zijn vaak donkerroze, rood of paars van kleur. Soms is je litteken juist veel lichter dan je eigen onbeschadigde huid (hypopigmentatie) of juist veel donkerder dan je eigen onbeschadigde huid (hyperpigmentatie).
S
- Sensibiliteit: Sensibiliteit betekent gevoeligheid. De gevoeligheid van je littekens kan sterker zijn (hypersensibiliteit) dan je gewend bent van de rest van je huid, of juist minder sterk (hyposensibiliteit).
- Siliconentherapie: Met siliconentherapie worden, via een pleister of via gel, siliconen op je litteken aangebracht. Dit zorgt ervoor dat je minder pijn, jeuk en roodheid hebt. Ook beschermen siliconen je litteken.
T
- Talgklieren: Talgklieren liggen in de dermis (lederhuid), verspreid over het hele lichaam behalve op de voetzolen en aan de binnenkant van de handen. De meeste en actieve talgklieren komen voor op het hoofd: op de boven-, zij- en achterkant en nek en in de T-zone van het gezicht (voorhoofd, neus en kin). Bij ieder haartje en haarwortel op de huid bevinden zich een tot vijf talgklieren. De talg die door het kliertje wordt gemaakt wordt afgezet in de porie waar de haar door naar buiten groeit. Via deze porie komt het op huid en haar terecht. Talg houdt het haar en de opperhuid vettig. Dit beschermt de huid tegen uitdroging en maakt de huid beter waterafstotend. Daarnaast verhoogt het de weerstand tegen ziekteverwekkers, schimmels en irriterende stoffen.
U
- UV-licht: Dat we niet onbeperkt kunnen zonnen, komt vooral door een klein deel van alle zonnestralen: de ultraviolette straling (UV). Te veel UV-straling kan schade aan de huid veroorzaken: op korte termijn verbranding, op lange termijn een versnelde veroudering van de huid, maar ook een grotere kans op huidkanker.
Z
- Zenuwen: Je hersenen regelen alles wat er in je lichaam gebeurt. Dankzij een netwerk van zenuwen dat over het hele lichaam is verspreid, krijgen de hersenen informatie en kunnen dan zinvol reageren. Als je zenuwen bijvoorbeeld honger doorgeven, kunnen je hersenen je tot eten aanzetten. Op dezelfde manier kunnen je hersenen via je zenuwen bijvoorbeeld je spieren aansturen.