De kans is groot dat door het doormaken van NWDI de relatie met je partner verandert. Vaak worden rollen (tijdelijk) anders dan eerst, bijvoorbeeld doordat je partner je verzorgt en ondersteunt tijdens je herstel. Door deze veranderde rollen kan het lastig zijn om elkaar ook als seksuele partner te blijven zien. Voor je partner is het niet makkelijk om het ene moment de rol van verzorger te hebben en het volgende moment die van minnaar of minnares.
Door negatieve gevoelens, zoals angst en somberheid, kunnen jullie minder behoefte hebben aan aanrakingen of om seks te hebben. Je kunt bijvoorbeeld bang zijn voor pijn of voor een afwijzing, omdat je denkt dat je partner je niet meer mooi of aantrekkelijk vindt. Het zou ook kunnen dat je je schuldig voelt tegenover je partner omdat vrijen een lange tijd niet mogelijk was of je geen zin had, bijvoorbeeld door moeheid. En dat in een periode waarin je partner zoveel voor je heeft gedaan. Andersom kan je partner zich bezwaard voelen; mag je wel zin hebben in seks als je partner ernstig gewond is (geweest)? Al deze gevoelens kunnen er voor zorgen dat jullie minder zin hebben om te vrijen. Of als jullie wel vrijen, daar minder plezier aan beleven.
“Als ik met mijn vriend naar bed ga, kijk ik in gedachten van een afstand naar mijn lichaam, naar waar de littekens zitten. Ik ben nooit helemaal alleen aan het vrijen, ik ben ook aan het denken hoe ik eruit zie.”
Vrouw, anoniem
“Ik dacht dat ik een last voor hem was.”
Vrouw, anoniem
Tips:
- Als je onzeker bent over je uiterlijk, bespreek dat dan met je partner.
- Verzorg je lichaam liefdevol.
- Verwaarloos je uiterlijk niet en probeer aantrekkelijk te blijven.
- Bedenk wat er mooi is aan jezelf. Onthoud dat je meer bent dan je littekens!
- Blijf elkaar aandacht geven. Flirt, geef complimenten, toon interesse, raak elkaar aan en verras de ander.
- Maak leuke uitstapjes als partners en kijk wat daarin wél mogelijk is.
- Praat met je partner over jullie seksleven en behoeften. Openheid en vertrouwen zijn heel belangrijk.
- Probeer elkaar als seksuele partner te blijven zien en om de rollen van verzorger en van patiënt los te laten wanneer dat kan.
Bespreek het met je hulpverlener of schakel andere hulp in als je merkt dat je er samen niet uitkomt. Dit kan op elk moment. Jullie kunnen bijvoorbeeld terecht bij een (medisch) maatschappelijk werker, psycholoog of seksuoloog.