Als je een brandwondenongeval meemaakt kan dat ingrijpend zijn. Het overkomt je plotseling. Het kan zorgen voor allerlei gevoelens, dit wordt uitgelegd in het filmpje.
Hieronder worden negatieve gevoelens die je kunt hebben, zoals somberheid, schaamte, boosheid, schuldgevoel, rouw en eenzaamheid, uitgelegd.
Somberheid
Het kan zijn dat je je na je brandwondenongeval af en toe somber voelt. Wanneer gevoelens van somberheid lang duren, dan heet dat een depressie. Je hebt last van een depressie als je je twee weken lang erg neerslachtig voelt. Ook ben je dan vaak niet meer geïnteresseerd in de meeste dingen waarin je eerder wel geïnteresseerd was.
Tijdens de opname in het ziekenhuis hebben veel mensen last van depressieve gevoelens. Zij voelen zich vaak eenzaam door de lange ziekenhuisopname en de pijn. Ook weten ze niet wat ze kunnen verwachten van de toekomst. Bovendien hebben ze soms het gevoel dat ze zichzelf niet goed kunnen redden en dus afhankelijk zijn van anderen. Depressieve gevoelens komen niet alleen voor bij hele ernstige verwondingen. Wel is de kans op een depressie na een brandwondenongeval groter als je al eens eerder last van depressieve gevoelens hebt gehad. Daarnaast hebben vrouwen een wat grotere kans op een depressie dan mannen.
Hieronder staan voorbeelden van gevoelens en gedachten die bij een depressie kunnen horen:
- Ik heb geen interesse meer in leuke en “normale” activiteiten.
- Ik sluit me af voor sociale contacten.
- Ik kan me moeilijk concentreren.
- Ik heb minder of juist meer trek in eten en mijn gewicht is veranderd.
- Ik kan moeilijk slapen of slaap op heel andere tijden.
- Ik heb weinig energie.
- Ik voel me schuldig.
- Ik vind het moeilijk om beslissingen te nemen.
- Ik moet vaak denken aan de dood of zelfmoord.
Als je jezelf herkent in één of meer van deze voorbeelden, praat hier dan over met je zorgverlener.
Heb je meteen hulp nodig omdat je aan zelfmoord denkt? Bel dan 0900-0113. Daar kun je direct met deskundige vrijwilligers praten. Het kan helpen om te vertellen hoe je je voelt en je gepieker even te stoppen. Als je het telefoonnummer belt hoef je alleen een naam te geven, dit mag ook een nep-naam zijn. Verder word er geen informatie van je gevraagd. Je kunt ook kijken op de website www.113.nl en met iemand praten via de chat.
Schaamte
Mensen met brandwonden hebben soms last van een gevoel van schaamte. Deze schaamte kan te maken hebben met het ongeval wat je is overkomen of wat je misschien veroorzaakt hebt. Schaamte kan ook te maken hebben met je reactie tijdens het ongeval. Het is niet vreemd dat je tijdens het ongeval anders reageerde dan je van jezelf gewend bent. Bijvoorbeeld huilen en schreeuwen. Dit zijn normale reacties bij een ongeval. Maar schaamte kan ook te maken hebben met de littekens en je zelfbeeld. Doordat je je schaamt voor je littekens kun je het moeilijk vinden om contact te leggen met anderen.
Boosheid
Soms is het moeilijk te accepteren wat je is overkomen. Misschien worstel je met vragen waarom het ongeval is gebeurd en waarom het juist jou moest overkomen. Wat het moeilijker kan maken, is als anderen (ook) schuldig zijn aan het ongeval.
Boosheid kan ook te maken hebben met gevoelens van onmacht, dat wil zeggen dat je zelf niets kon en kunt veranderen aan wat je is overkomen. Als je je boos voelt en je boosheid lang aanhoudt, praat hier dan over met je nazorgverlener.
Schuldgevoel
Ook schuldgevoelens komen voor na een brandwondenongeval. Misschien denk je dat je het ongeval had kunnen voorkomen, of voel je je schuldig over wat je hebt gedaan tijdens het ongeval. Ook kun je je schuldig voelen over hoe je hebt gereageerd naar anderen.
In al deze gevallen kun je het idee hebben dat je iets fout hebt gedaan. Daardoor kun je het gevoel hebben minder goed of minderwaardig te zijn. Als je veel last hebt van zulke schuldgevoelens dan is het belangrijk dat je er over praat. Het kan anders moeilijker zijn om te verwerken wat je is overkomen.
Rouw
Door je ongeval moet je opeens afscheid nemen van je normale leven. Bij een brandwondenongeval kan het ook zijn dat je belangrijke bezittingen, zoals je huis, auto of dierbare spullen, bent kwijtgeraakt. Of misschien zijn er zelfs wel anderen gewond geraakt of omgekomen door het ongeval. Ook kun je het gevoel hebben dat je door je littekens deels je huid en daarmee je uiterlijk bent verloren.
Al deze gevoelens van verlies worden rouw genoemd. Rouw moet een plek krijgen in je leven. Dit kan moeilijk zijn en lang duren. Geef jezelf daarom de tijd.
Eenzaamheid
Een ongeval overkomt je plotseling. Je kunt je dan ontzettend alleen voelen. Door de geïsoleerde verpleging tijdens je ziekenhuisopname kunnen gevoelens van eenzaamheid nog erger worden. Iedereen om je heen is verder gegaan met zijn of haar leven, terwijl jouw leven heeft stil gestaan tijdens je opname. Ook als je niet alleen bent, kun je je toch eenzaam voelen omdat je ‘anders’ bent dan anderen.
Praten helpt
De periode kort na je ziekenhuisopname is emotioneel, vermoeiend en soms somber. Het is normaal dat je tijdelijk wat in de war bent en nog niet de oude bent. Eenmaal thuis ga je de draad weer oppakken en weer wennen aan het normale leven. Praten met je partner, familie of goede vrienden kan hierbij een grote steun zijn.
Misschien heb je het idee dat jouw gevoelens van bijvoorbeeld boosheid, schaamte of rouw voor een ander niet te begrijpen zijn. Toch is het belangrijk dat je blijft proberen om je naasten te vertellen over wat je voelt en denkt. Zelfs als je sommige dingen -voor je gevoel- meer dan tien keer moeten vertellen.
Ook kun je in contact komen met mensen die hetzelfde hebben meegemaakt. De Vereniging van Mensen met Brandwonden organiseert regelmatig activiteiten zoals contactdagen en gespreksgroepen. Kijk voor meer informatie en de activiteitenkalender op de website. Wil je direct contact? Stuur dan een e-mail met je adres en telefoonnummer naar [email protected] of bel naar 06-28 92 44 94, dan word je teruggebeld door een van de contactpersonen.
Professionele hulp
Behalve met je naasten, kun je ook praten met een psycholoog, praktijkondersteuner bij de huisarts, maatschappelijk werker of geestelijk verzorger. Veel van de hierboven beschreven klachten verdwijnen in de loop van de tijd vanzelf. Het kan helpen om te praten met je hulpverlener van het brandwondencentrum of ziekenhuis. Mochten klachten langer blijven bestaan, kan je ook praten met een psycholoog. Als je graag met een psycholoog wilt praten geef dit dan aan bij je zorgverlener, je behandelend arts, of je huisarts. Als je bent opgenomen in het brandwondencentrum kan je tijdens je opname en in de periode daarna een beroep doen op de psycholoog van het brandwondencentrum voor informatie, ondersteuning of hulp bij het omgaan met je brandwonden.
Voor verdere informatie kun je ook contact opnemen met de Brandwonden Stichting via de Brandwondeninformatielijn (0900 044 00 44).